Van alle vormen van manuele geneeskunde staat de osteopathie het dichtst bij de grondgedachte : alles wat leeft, stroomt. A.T. Still maakte veel gebruik van natuurwetten bij de verklaring van onderlinge afhankelijkheid en samenhang tussen de verschillende systemen in het lichaam. In feite wordt elke structuur onderzocht op zijn beweeglijkheid : verminderde beweeglijkheid betekent verminderde functie, waardoor een terrein wordt gecreëerd waar ziekte kan ontstaan. Still’s beroemde uitspraak “daar waar de mobiliteit optimaal en harmonieus is, krijgt ziekte geen kans” illustreert deze grondgedachte.

De osteopathie is gebaseerd op een viertal basisprincipes, zijnde : het lichaam is een eenheid – het belang van de bloedvaten – de betekenis van structuur en functie – het lichaam heeft een zelfgenezend vermogen.

Het lichaam is een eenheid

De naam osteopathie doet vermoeden dat wij ons enkel bezig houden met de botten, maar niets is minder waar. Osteopathie beschouwt het lichaam als een ondeelbare eenheid dat ook functioneert als een eenheid. Anders gezegd: elk deel van het lichaam heeft een relatie met elk ander deel van het lichaam en heeft daardoor ook een invloed op elk ander deel. Die invloed kan zowel positief als negatief zijn. 

Net zoals in een mechanisch uurwerk hebben alle veertjes, schroefjes en radertjes hun plaats en functie, zodat het uurwerk kan lopen. In het lichaam vormen de fascia, dunne bindweefselenveloppen, het raderwerk. Zij hebben contact met elkaar, gaan in elkaar over en bouwen als het ware één grote lichaamsfascia, van kop tot teen. De fascia vormen in de osteopathie een van de verklaringen waarom een oorzaak op een bepaalde plaats in het lichaam tot symptomen kan leiden op een totaal andere plaats.

Belangrijk is dus te beseffen dat de ooraak niet ligt op de plaats waar men de klacht ervaart. De oorzaak kan een orgaan zijn die een ander orgaan beïnvloedt, die vervolgens op zijn beurt de symptomen veroorzaakt. De osteopaat gaat op zoek naar het orgaan die aan de bron staat van het probleem en behandelt deze.

Met organen wordt hier trouwens niet alleen buik-, borst- en bekkenorganen bedoeld, maar ook het hele bewegingsapparaat en de dynamiek van de schedel.

Het belang van de bloedvaten

Wanneer we alle bewegingen van het lichaam nader bekijken, zien we dat de bloedvaten en zenuwbanen in hoge mate verantwoordelijk zijn voor deze bewegingen. Zij dringen door tot elke structuur en reiken tot aan de kleinste lichaamscellen. Levend weefsel moet continu verzorgd worden. Deze verzorging vindt plaats door het bloed, waarmee zuurstof, voedingstoffen, hormonen en enzymen afgegeven worden aan het weefsel. Afvalstoffen en kooldioxide worden vervolgens afgevoerd. De grotere moleculen worden door de lymfeafgevoerd. Het bloedvatensysteem zorgt dat de besturingsmechanismen hun werk goed kunnen uitoefenen. Hierdoor is een zefregulering mogelijk.

Evenals stromend water telkens ververst wordt en gezond blijft, is ook een continue stroom van bloed en lymfe noodzakelijk. Stilstaand water wordt troebel en is een bron van besmetting. Wordt de circulatie belemmerd, dan wordt het weefsel ziek. De belemmering wordt gezocht in spanningen van spieren, fascia, ligamenten, gewrichtsblokkeringen, verminderde beweeglijkheid van organen …

Structuur en functie

Charles Darwin, grondlegger van de evolutietheorie heeft gezegd : “de functie creëert het orgaan”. Door hun specifieke functie zijn structuren zoals organen, botten of spieren ontstaan. Bijvoorbeeld botten zorgen voor de houding, stevigheid en bescherming tegen druk- en trekbelastingen. Meer druk- en trekbelastingen zorgen voor meer botopbouw; de veranderde functie verlangt meer van de structuur. Is de botfunctie niet meer nodig, zoals bij bedlegerigheid, dan vindt er botafbraak plaats.

Hetzelfde gebeurt bij de organen. Wanneer de functie van de organen toeneemt, groeit in de regel ook de structuur van het orgaan; wanneer de functie afneemt, schrompelt het orgaan. Maar ook de omliggende structuren van het orgaan zijn van belang voor de uitvoering van de functie. Als bijvoorbeeld de beweeglijkheid van de borstkas afneemt, dan zal dit een invloed op de longfunctie hebben. De verminderde beweeglijkheid van de structuren zijn van diagnostische betekenis in de osteopathie. Bij gestoorde functie verandert de structuur, maar het lichaam zal dit eerst proberen te compenseren. Wanneer compensatie niet meer mogelijk is, ontstaat een structureel probleem en het lichaam wordt ziek. De structuur wordt door de osteopaat onderzocht op bewegingsmogelijkheid, de richting, het ritme en de spanning.

Het zelfgenezend vermogen van het lichaam

Gezondheid is een vorm van dynamisch evenwicht. Het lichaam bezit zijn eigen genezende krachten en de aangeboren eigenschap zichzelf te verdedigen. Er zijn duizenden situaties denkbaar waardoor het lichaam uit zijn evenwicht gebracht wordt.

De zelfregulatiekrachten kunnen, via talloze mechanismen, reflexen en chemische processen het organisme vanuit zijn zieke toestand weer gezond maken. Bloedstolling, bacteriedoding, littekenvorming, koorts, enz. zijn voorbeelden van deze zelfregulatiekrachten. De osteopathie richt haar behandeling op het helpen van deze krachten. De krachten worden hoofdzakelijk over de bloedvaten en lymfebanen uitgedrukt, zoals zuurstof, fagocytose, hormonen, enz. Daar waar de bewegingsverhoudingen van de structuren hersteld worden, wordt de circulatie weer mogelijk.

© 2024 Mijn Osteopaat - Privacyverklaring - Website door Bram D.B.