Bij het onderzoek en de behandeling richt de osteopaat zich op drie bewegingssystemen die elkaar beïnvloeden.

Het pariëtale systeem

Dit gedeelte houdt zich bezig met gewrichten, kapsels, wervels, botten en spieren. Als er een bewegingsbeperking van de rug of de nek is ontstaan, dan beweegt er vaak een wervel niet goed meer. Zo kunnen klachten ontstaan, niet alleen op de plaats zelf, maar soms ook op een totaal andere plaats.

Door een voorzichtige mobilisatie of manipulatie van deze wervel kan de beweeglijkheid weer hersteld worden. Hiernaast worden ook alle betrokken spieren manueel ontspannen.

Het viscerale systeem

Dit systeem verwijst naar de organen en de bindweefselvliezen om de organen heen. Alle organen in het menselijk lichaam bewegen. Ze bewegen onder invloed van het middenrif dat bij elke ademhaling op en neer gaat, en daarnaast bewegen ze ook uit zichzelf.

Een beweginsverlies van een orgaan leidt niet enkel tot slechts functioneren van het orgaan zelf, maar kan eveneens een invloed hebben op het pariëtale systeem. Belangrijk hierbij zijn de ademhaling en de voeding.

Het craniosacrale systeem

Hiertoe behoren de hersenen, de schedel en het heiligbeen (sacrum). De schedel is als het ware een puzzel waarbij de verschillende delen langs elkaar schuiven. De hersenvliezen die met deze botstukjes in verbinding staan, lopen verder langs de wervelkolom tot aan het heiligbeen. Hierbij beschermen ze het kwetsbare ruggemerg en de hersenen. Tussen de hersenvliezen bevindt zich het hersenvocht. Dit vocht veroorzaakt op een ritmische manier een beweging in de schedel en het sacrum.

Door een ongeluk, val, geboortetrauma of om het even welke stoorzender, kan deze ritmische beweging verstoord raken en ontstaat er een verkeerde spanning tussen de schedel, het heiligbeen en de hersenvliezen. Deze negatieve invloeden kunnen zich uitspreiden over het hele lichaam.

© 2024 Mijn Osteopaat - Privacyverklaring - Website door Bram D.B.